Voor zowel werkgever als werknemer is het niet altijd duidelijk welke rechten en plichten zij hebben omtrent vakantie. Het is belangrijk om te weten hoe vakantie opgebouwd wordt en hoe vakantie opgenomen kan worden. Hiervoor zijn in de wet een aantal bepalingen neergelegd.

De werknemer heeft over ieder jaar dat hij werkt recht op vakantie gedurende tenminste vier keer het aantal uren dat hij per week werkt. Dit komt in de praktijk bij een fulltime werkweek neer op 4 weken vakantie per jaar. Tijdens deze vakantie behoudt de werknemer het recht op loondoorbetaling. Van dit wettelijk minimumaantal aan vakantiedagen kan in beginsel niet worden afgeweken.

Daarnaast kennen we ook de bovenwettelijke vakantiedagen. Deze komen, zoals de naam het al zegt, bovenop het wettelijke minimum. De bovenwettelijke vakantiedagen verschillen per geval.

Voor de werkgever is het belangrijk om te weten dat een werknemer in de gelegenheid gesteld moet worden zijn vakantie op te nemen. Alleen met een zwaarwegende reden kan een werkgever hierin beperkingen opleggen. Een werknemer dient zijn vakantiewens tijdig kenbaar te maken aan zijn werkgever en in beginsel wordt de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wens van de werknemer. In de arbeidsovereenkomst of cao kunnen afwijkende regelingen zijn opgenomen.

Wettelijke vakantiedagen vervallen wanneer ze niet binnen 6 maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd, zijn opgenomen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren daarentegen 5 jaar na het kalenderjaar waarin ze opgebouwd zijn. De werkgever heeft de verplichting de werknemer tijdig op de hoogte te brengen van een aanstaande verjaring.

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, neem dan vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde arbeidsrecht advocaten in Heerlen via info@ontslagdirect.nl dan wel via 045-560 22 00

Gratis intakegesprek